Nog
en dan weer vakantie

Mijn GastenBoek

zaterdag, juni 30, 2007

Some say love it is a river
that drowns the tender reed
Some say love it is a razer
that leaves your soul to blead

Some say love it is a hunger
an endless aching need
I say love it is a flower
and you it's only seed

It's the heart afraid of breaking
that never learns to dance
It's the dream afraid of waking
that never takes the chance
It's the one who won't be taken
who cannot seem to give
and the soul afraid of dying that never learns to live

When the night has been too lonely
and the road has been too long
and you think that love is only
for the lucky and the strong
Just remember in the winter
far beneath the bitter snows
lies the seed
that with the sun's love
in the spring
becomes the rose

vrijdag, juni 29, 2007

Gesprek

Toen ik het parkeerterrein opliep, zag ik een man zitten. Hij zag er niet armoedig uit, maar hij zat op de grond. Voorovergebogen, met zijn handen op zijn hoofd. Hij keek bedrukt.
'Gaat het?" vroeg ik hem.
Hij keek omhoog. Zijn ogen waren zo helder dat het leek alsof hij dwars door mij heen keek. Lang en diep keek hij mij aan. Nét toen ik wilde doorlopen, sprak hij.

"Ik heb het een tijdje lijdzaam aangezien. Ik heb me wanhopig geprobeerd te distantiëren. Maar nu is de emmer overgelopen. Dit gaat TE VER, stelletje MANISCHE DWAZEN. Welk 'geloof' jullie ook aanhangen, jullie zijn nu definitief van welk-geloof-dan-ook los. Vliegtuigen, bommen, moord, miltvuur; jullie denken schijnbaar dat het de bedoeling is om elkaar het licht uit de ogen te halen. En dat álles geoorloofd is om dat te bereiken. Nog even en jullie hele kloterige aardbol is veranderd in één grote woestenij, een gat in de grond. Nog even en jullie kijken realtime naar Mad Max.". Hij sprak afwisselend teleurgesteld en furieus.
"Goeie film wel trouwens" voegde hij er opeens lichtzinnig aan toe.

"Wie bent u eigenlijk" vroeg ik hem voorzichtig. Je weet immers nooit

"Ik ben Gollah, schrijver van de bestseller aller tijden. Kent u 'm? Waarschijnlijk niet. Ik was destijds naïef genoeg om het voorstel van mijn uitgever over te nemen: voor verkoop en marges was het beter om van mijn boek twéé boeken te maken. Ik begreep er niets van, maar ik was allang blij dat 'ie het wou uitgeven. Om de verwarring compleet te maken hebben we beide delen ook nog eens onder verschillend pseudoniem uitgegeven". Hij hield even stil. "Achteraf gezien een kutidee, maar hij had wel gelijk. Steenrijk zijn we eraan geworden, allebei".

"Deel één heette Koran, deel twee Bijbel. Pseudoniem waren ene Allah en God. Jezus, ik had nooit gedacht dat dat hele twee-delen-gedoe zo'n stennis zouden geven. Hoewel ik na tweeduizend jaar observatie inmiddels nergens versteld meer van sta.
Tijd in ieder geval om de boel recht te trekken. Als Gollah zeg ik u: geloof niks of alles, geloof deel één of twee. Maakt me werkelijk geen reet uit. Maar vanaf nu stoppen jullie met moorden! Er wordt niet meer gemoord, horen jullie dat! AFGELOPEN, stelletje debielen! Woest was hij. Zijn ogen spuwden vuur.

Jullie hoeven elkaar van mij echt niet de hele dag te knuffelen ofzo. Of te bevredigen met Cubaanse sigaren. Maar de eerste die ik nog zie moorden of met verdachte poedertjes zie rondlopen is nog niet jarig.

Wat bezielt jullie sowieso om in naam van deel één of twéé elkaar meedogenloos af te slachten. Uitgerekend in naam van MIJN boek. Ik ken die boeken niet meer uit mijn hoofd, maar volgens mij heb ik nooit gezegd: gaat heen en vermoord elkaar; gebruik bommen, desnoods vliegtuigen, miltvuur. Of: kapitalisme is de wijsheid in pacht.

Ik kan mij óók niet herinneren dat ik schreef: ros uw vrouw genadeloos af als zij denkt dat zij gelijke rechten heeft als u. En ook niet: uw doel op aarde is om zo veel mogelijk mensen koud te maken; voor mensen van het andere deel ontvangt u extra punten. Voor elke 100 punten ontvangt u een bonuskorting op al uw aankomen.

Kan ik me niet herinneren. Stelletje psychopaten!".

En dan nog iets. Als ik had gewild doet jullie zo spoedig mogelijk zouden verrijzen naar een 'hemels bestaan', of anderen zo spoedig mogelijk moesten laten verrijzen naar een 'hemels bestaan', had ik jullie daar wel meteen neergezet. En niet op zo'n schimmig kutplaneetje. Dat hemels bestaan moeten jullie sowieso met een korreltje zout nemen. Het is heus niet alsof je daar de hele dag druiven zit te vreten en oraal wordt bevredigd ofzo.

Dit is echt de laatste waarschuwing. De volgende keer grijp ik in en kunnen jullie maar beter je ark paraat hebben. Of misschien trek ik de stekker er wel helemaal uit.
Maar verheug je er niet op, want ik dát geval verander ik het hele hemelse bestaan alsnog in één grote kale zoutvlakte.
Dat zal jullie leren". Met een woeste blik keek hij mij indringend aan.

"..dat zal ons leren.." was alles wat stamelend kon uitbrengen.

"Alles goed?" klonk een vrouwenstem plotseling achter mij.

"Ja hoor, ik praat even met deze meneer" stelde ik de vrouw gerust .

"Welke meneer?" klonk het

maandag, juni 18, 2007

Blieb en regels

Vandaag is voor mij het omslagpunt. Met ingang van heden beschouw ik mij niet langer als ' burger'. Vanaf nu ben ik revolutionair. Rebel. Anarchist. Dissident.

Waarschijnlijk weet u, als meer gesophisticeerde en Blog-empatiserende lezer, inmiddels al waar ik het over heb. Maar voor alle zekerheid zal ik enige toelichting geven.

De wereld is veranderd. Ik voel mij er niet langer thuis.
De wereld is veranderd: van "kunnen" en "mogen", naar "mogen" en "niet mogen", via "mogen" en "gedogen", naar "verplicht" en "verboden".
Vrijheid wordt elke dag schaarser.
Niks mag, alles moet. Ik noem het gemakshalve "fascisme".

Nu wist ik natuurlijk allang dat deze trend zich afspeelt. Maar wat aanvankelijk slechts zichtbaar was, werd merkbaar. Merkbaar werd onmiskenbaar. Onontkenbaar.
En de eerste tekenen van "onontkoombaar" werden mij enkele weken geleden duidelijk.

Supermarkt. Klaarlichte dag. Ondergetekende ging degelijk gekleed, had zijn oerdegelijke winkeltas bij de hand en deed een verwoedde poging het wekelijkse-inkoop-ritueel in recordtijd af te leggen.
Ongeveer halverwege spreekt minderjarige puistige supermarktmanager de weledele heer Koster aan.
-"Meneer"
-"huh... "..."ehh ja"
-"Wilt u alstublieft met een plastic mandje winkelen"
-"Ehh... nee.. hoezo?"
-"Dat is verplicht'"
-"Dat zal wel, maar ik winkel graag met mijn tas. Dat vind ik makkelijk!"
-"Ja maar u begrijpt dat ehh.. dat wij zo niet kunnen controleren ehh..."
-"of ik iets pik. Ja, dat begrijp ik ja. Maar dat maakt mij niet uit."
-"Maar u.."
-"Ja, ik begrijp het prima. Maar zie ik eruit als een dief?"
-"Nee, maar.."
-"Loop dan niet te emmeren man" …"eikel" *Ik loop driftig verder*
Supermarktmanager maakt zich woordeloos en onhoorbaar uit de voeten.

Ik dacht dat ik hiermee de "onontkoombaarheid" voorlopig had uitgesteld, misschien zelfs wel áfgesteld. Echter......dat bleek een wensdroom.

Wederom klaarlichte dag. Ik was wederom onberispelijk gekleed, maar had mijn oerdegelijke winkeltas onverhoopt níet bij de hand. Zulks gebeurd zelfs een intellectueel, zo blijkt eens temeer.

Met tegenzin pak ik een plastic mandje en voel -gelijk het handvat- mijn stemming wankelen.
Tien minuten later (voor alle duidelijkheid: het record is 7 minuut 52 seconde en 43 honderdste) sta ik met loodzwaar uitpuilend plastic mandje aan de kassa.
Druk, dus wachten.... Ik constateer woordeloos dat mijn stemming nu negatief omslaat.
* pliep * pliep * pliep*
Overduidelijke huisvrouw pliept de producten in een poging het totaalbedrag in rekening te brengen.
-"Wilt u het plastic mandje vóór de kassa neerzetten?"
-"Ehh.. nee"

U moet weten: in het verleden was dit antwoord, met de daarbij behorende onheilspellende intonatie, voldoende om geen woorden meer vuil te hoeven maken aan dit benepen onderwerp. Eénmaal sprak een overduidelijk tè gemotiveerde, tè-vroeg-van-school-gegane, tè jonge, zeker-niet-bovenmatig-weelderige vrouwmens eens: "ja maar u mag het mandje niet meenemen" .
Ik, immer meegaand en altijd uiterst coöperatief: "dat weet ik"... bleef onverstoorbaar inpakken om gebruikelijkerwijs met een uitpuilend plastic mandje huiswaards te keren.
Afijn.

-"Dat mandje heb ik nodig om mijn boodschappen mee te nemen"
-"Het mandje mag niet naar buiten"
-*Ik voel dat de adrenaline plots behoorlijk op gang komt*
-"Loop toch niet te zeuren joh", "hup, beetje opschieten", gebarend naar de resterende niet-gebliepte-boodschappen.
-"Niet als u dat mandje niet terugzet!" klinkt de blieper op het typische eigenwijze-huismutsentoontje. Alsof ze wil zeggen: "wij huisvrouwen zijn ook mensen hoor!". Jaja.

Ik heb het niet zo op dat toontje.
-"Schiet op truttebel" verzeker ik haar nogmaals van de ernst.
-"Dat hoef ik niet te accepteren" gilt het speenvarken.

Wat is dat toch met mensen die niks zínvols toevoegen? waarom hebben ze hun mond altijd vol van 'hoef ik niet te accepteren'?

"Pfffffffffff" verzucht Ik in een poging door middel van stoomuitblazing mezelf te kalmeren en héél erg betreurend dat deze discussie zich niet afspeelt nádat alle boodschappen waren gebliebt en hij op zijn gebruikelijke, onverstoorbare doch doelbewuste (als een tank als het ware) naar buiten zou zijn gelopen.

Het kalmeren mislukt. Bliebdoos zit inmiddels in overduidelijk bijna-overspannen gemoedstoestand in omgekeerde bliebpositie. De wachtrij vóór de kassa wordt ondertussen niet echt korter. En de bedrijfsleider (om onduidelijke reden is dat inmiddels een andere, eveneens vroegtijdige schoolverlater) laat nogal op zich wachten. Samenvattend kan men spreken van "een situatie".

Ik verwen het publiek met een driftige tierade. Schoolverlater stamelt radeloos en repeterend over "regels".

Afijn, een lang verhaal in het kort:
Schoolverlater heeft geen boodschap aan de 150 euro die Ik wekelijks ter plaatse achterlaat. Idem aan het argument dat Schoolverlater niet moet zeuren. Zelfs niet aan het feit dat Ik, met mijn onberispelijke voorkomen, in het geheel niet op een dief lijkt.
Want -en dat wilde ik even aantonen met deze korte uiteenzetting- regels blijken regels. Er bestaat in toenemende mate geen mogelijkheid meer om óndanks regels, zélf na te denken, danwel om mij (jaja, Koster himself welteverstaan!!) ánders te behandelen dan een schimmig dieftype. Zélfs de mógelijkheid om uitzonderingen te maken lijkt niet langer mogelijk.

Met als gevolg dat een mandje van 2.50 belangrijker wordt dan 7800 euro boodschappen per jaar. En belangrijker nog, Ik dezelfde behandeling ondergaat als een stelende-drugsverslaafde-vrouwenmishandelende-geestzieke.....schoolverlater.

Zó is het met de wereld gesteld!
En dáárom voel Ik me er niet thuis. Overweeg ik zelfs om te gaan stelen. Mandjes natuurlijk. Of de supermarkt te plagen met wat kleinterroristische actie'tjes (rekje flessen per ongeluk omver? snoepzakjes openmaken en consumeren?)

"Domme muts" besluit Ik nadat Ik mijn mandje heb afgestaan en met een een tot-knappens-toe-gevulde-plastic-zak wegloopt. Domme mensen maken regels. Regels maken domme mensen. Regels maken domme mensen nóg dommer.

Ik ben ontheemd. Maar (be)rust niet.

Gegroet! En mage de Ware met u zijn

maandag, juni 11, 2007

Depri

Pffff. Het duurt nog ruim een maand voordat ik vakantie heb. De dagen op kantoor worden steeds zwaarder. Buiten is het zonnig/regenachtig/warm en nat tegelijk (?!). Een belangrijke afspraak wordt afgezegd. Ik voel me zo slap als een vaatdoek. Mijn inspiratie laat me in de steek. De koffie smaakt niet. En tot overmaat van ramp heb ik ook nog toestanden met mijn vriendin. Soms is het leven geen lolletje (paraplu paraplu, parasolletje?). Niet dat ik meteen een Hilton ga uitzoeken hoor. Maar ik moet ook niet toevallig een 'Off' knopje onder mijn voetzool vinden.

Vreemd, want ik realiseer me wel dat ik geboft heb met mijn leven. Ik had een normale jeugd, heb fijne ouders, heb geen misbruik -of andere vreselijke dingen- meegemaakt, ken geen armoede, ik ben intelligent, gezond, heb een leuke vriendin, vrienden, twee aardige halve baantjes, een auto en een soort van huis. Ik bedoel: wat kan een mens nog meer wensen? Niks toch. Maar waarom ben ik dan niet (dol)blij? Sommige mensen zijn al blij terwijl er niks is om blij over te zijn. Zij hebben een soort 'ingebouwde' blijdschap. Van die types die al blij zijn omdat ze tussen de middag níet zijn overreden. Of omdat ze tenminste een auto hébben om in de file te staan. Dat zou ik ook wel willen. Heerlijk lijkt me dat: altijd lachen, genieten, altijd de positieve kant zien, overal zin in hebben, je geen zorgen maken. Net zo blij als die types 'in de Here'.

Misschien moet ik er dagelijks een prozac'je ingooien. Hupsakee, probleem opgelost! Maar geluk uit een pilletje, ik weet het niet. Lijkt me net als een pruik terwijl je kaal bent: wat je in de spiegel ook ziet, je bent en blijft kaal. En chemische 'blijdschap' zonder dat je blij bént is naar mijn idee vragen om moeilijkheden. Voor je het weet moet je voor dat verblijf 'in de Here' (lijkt me namelijk héél verslavend!) dagelijks twéé pilletjes. En dan drie. Vier. Enzovoorts, enzovoorts, totdat je tóch nog ergens een Hilton uitzoekt.

Nee, ik wil het geheim weten van de blijerds. Hoe doen ze dat? Kennen ze een trucje dat ik niet ken? Is het een bepaald inzicht dat zij wél hebben? Eten ze iets bijzonders? Is het die bijbel? Of zijn ze ook gewoon kaal onder die bos haar? Mocht u hierover inlichtingen kunnen verschaffen, dan verzoek ik u vriendelijk doch dringend contact op te nemen met ondergetekende. De komende dagen modder ik nog wel even verder met aspirientjes en probeer ik uit de buurt van de Hiltons te blijven.

Moge de ware met u zijn

maandag, juni 04, 2007

Just me and four walls
It's cold outside
Nothing to eat
I got small talk and cigarettes
Inside my head - inside my head
I need you now
Everything I want
You know it means
Nothing to me
And I'm all out of cigarettes
The sky is red - inside my head
I need you now
Talking to me

Let it shine shine shine (shine on me)
Let it shine

Seen fields of winter wheat
In rolling waves
Move like the sea
And free birds dive to the ground
They disappear - I don't know where
Love only knows
And everything glows

Let it shine shine shine (shine on me)
Let it shine

You got to believe - how can you be so cold
Make me believe - you got no faith - shine on me
You got no faith

Let it shine shine shine (shine on me)
Let it shine

Ho visto il Missisipi
Come un mare
Amdare all'inferno
E un angelo
Tuffarsi
X non tornare, x non tornare
L'amore sa...