Nog
en dan weer vakantie

Mijn GastenBoek

maandag, juni 18, 2007

Blieb en regels

Vandaag is voor mij het omslagpunt. Met ingang van heden beschouw ik mij niet langer als ' burger'. Vanaf nu ben ik revolutionair. Rebel. Anarchist. Dissident.

Waarschijnlijk weet u, als meer gesophisticeerde en Blog-empatiserende lezer, inmiddels al waar ik het over heb. Maar voor alle zekerheid zal ik enige toelichting geven.

De wereld is veranderd. Ik voel mij er niet langer thuis.
De wereld is veranderd: van "kunnen" en "mogen", naar "mogen" en "niet mogen", via "mogen" en "gedogen", naar "verplicht" en "verboden".
Vrijheid wordt elke dag schaarser.
Niks mag, alles moet. Ik noem het gemakshalve "fascisme".

Nu wist ik natuurlijk allang dat deze trend zich afspeelt. Maar wat aanvankelijk slechts zichtbaar was, werd merkbaar. Merkbaar werd onmiskenbaar. Onontkenbaar.
En de eerste tekenen van "onontkoombaar" werden mij enkele weken geleden duidelijk.

Supermarkt. Klaarlichte dag. Ondergetekende ging degelijk gekleed, had zijn oerdegelijke winkeltas bij de hand en deed een verwoedde poging het wekelijkse-inkoop-ritueel in recordtijd af te leggen.
Ongeveer halverwege spreekt minderjarige puistige supermarktmanager de weledele heer Koster aan.
-"Meneer"
-"huh... "..."ehh ja"
-"Wilt u alstublieft met een plastic mandje winkelen"
-"Ehh... nee.. hoezo?"
-"Dat is verplicht'"
-"Dat zal wel, maar ik winkel graag met mijn tas. Dat vind ik makkelijk!"
-"Ja maar u begrijpt dat ehh.. dat wij zo niet kunnen controleren ehh..."
-"of ik iets pik. Ja, dat begrijp ik ja. Maar dat maakt mij niet uit."
-"Maar u.."
-"Ja, ik begrijp het prima. Maar zie ik eruit als een dief?"
-"Nee, maar.."
-"Loop dan niet te emmeren man" …"eikel" *Ik loop driftig verder*
Supermarktmanager maakt zich woordeloos en onhoorbaar uit de voeten.

Ik dacht dat ik hiermee de "onontkoombaarheid" voorlopig had uitgesteld, misschien zelfs wel áfgesteld. Echter......dat bleek een wensdroom.

Wederom klaarlichte dag. Ik was wederom onberispelijk gekleed, maar had mijn oerdegelijke winkeltas onverhoopt níet bij de hand. Zulks gebeurd zelfs een intellectueel, zo blijkt eens temeer.

Met tegenzin pak ik een plastic mandje en voel -gelijk het handvat- mijn stemming wankelen.
Tien minuten later (voor alle duidelijkheid: het record is 7 minuut 52 seconde en 43 honderdste) sta ik met loodzwaar uitpuilend plastic mandje aan de kassa.
Druk, dus wachten.... Ik constateer woordeloos dat mijn stemming nu negatief omslaat.
* pliep * pliep * pliep*
Overduidelijke huisvrouw pliept de producten in een poging het totaalbedrag in rekening te brengen.
-"Wilt u het plastic mandje vóór de kassa neerzetten?"
-"Ehh.. nee"

U moet weten: in het verleden was dit antwoord, met de daarbij behorende onheilspellende intonatie, voldoende om geen woorden meer vuil te hoeven maken aan dit benepen onderwerp. Eénmaal sprak een overduidelijk tè gemotiveerde, tè-vroeg-van-school-gegane, tè jonge, zeker-niet-bovenmatig-weelderige vrouwmens eens: "ja maar u mag het mandje niet meenemen" .
Ik, immer meegaand en altijd uiterst coöperatief: "dat weet ik"... bleef onverstoorbaar inpakken om gebruikelijkerwijs met een uitpuilend plastic mandje huiswaards te keren.
Afijn.

-"Dat mandje heb ik nodig om mijn boodschappen mee te nemen"
-"Het mandje mag niet naar buiten"
-*Ik voel dat de adrenaline plots behoorlijk op gang komt*
-"Loop toch niet te zeuren joh", "hup, beetje opschieten", gebarend naar de resterende niet-gebliepte-boodschappen.
-"Niet als u dat mandje niet terugzet!" klinkt de blieper op het typische eigenwijze-huismutsentoontje. Alsof ze wil zeggen: "wij huisvrouwen zijn ook mensen hoor!". Jaja.

Ik heb het niet zo op dat toontje.
-"Schiet op truttebel" verzeker ik haar nogmaals van de ernst.
-"Dat hoef ik niet te accepteren" gilt het speenvarken.

Wat is dat toch met mensen die niks zínvols toevoegen? waarom hebben ze hun mond altijd vol van 'hoef ik niet te accepteren'?

"Pfffffffffff" verzucht Ik in een poging door middel van stoomuitblazing mezelf te kalmeren en héél erg betreurend dat deze discussie zich niet afspeelt nádat alle boodschappen waren gebliebt en hij op zijn gebruikelijke, onverstoorbare doch doelbewuste (als een tank als het ware) naar buiten zou zijn gelopen.

Het kalmeren mislukt. Bliebdoos zit inmiddels in overduidelijk bijna-overspannen gemoedstoestand in omgekeerde bliebpositie. De wachtrij vóór de kassa wordt ondertussen niet echt korter. En de bedrijfsleider (om onduidelijke reden is dat inmiddels een andere, eveneens vroegtijdige schoolverlater) laat nogal op zich wachten. Samenvattend kan men spreken van "een situatie".

Ik verwen het publiek met een driftige tierade. Schoolverlater stamelt radeloos en repeterend over "regels".

Afijn, een lang verhaal in het kort:
Schoolverlater heeft geen boodschap aan de 150 euro die Ik wekelijks ter plaatse achterlaat. Idem aan het argument dat Schoolverlater niet moet zeuren. Zelfs niet aan het feit dat Ik, met mijn onberispelijke voorkomen, in het geheel niet op een dief lijkt.
Want -en dat wilde ik even aantonen met deze korte uiteenzetting- regels blijken regels. Er bestaat in toenemende mate geen mogelijkheid meer om óndanks regels, zélf na te denken, danwel om mij (jaja, Koster himself welteverstaan!!) ánders te behandelen dan een schimmig dieftype. Zélfs de mógelijkheid om uitzonderingen te maken lijkt niet langer mogelijk.

Met als gevolg dat een mandje van 2.50 belangrijker wordt dan 7800 euro boodschappen per jaar. En belangrijker nog, Ik dezelfde behandeling ondergaat als een stelende-drugsverslaafde-vrouwenmishandelende-geestzieke.....schoolverlater.

Zó is het met de wereld gesteld!
En dáárom voel Ik me er niet thuis. Overweeg ik zelfs om te gaan stelen. Mandjes natuurlijk. Of de supermarkt te plagen met wat kleinterroristische actie'tjes (rekje flessen per ongeluk omver? snoepzakjes openmaken en consumeren?)

"Domme muts" besluit Ik nadat Ik mijn mandje heb afgestaan en met een een tot-knappens-toe-gevulde-plastic-zak wegloopt. Domme mensen maken regels. Regels maken domme mensen. Regels maken domme mensen nóg dommer.

Ik ben ontheemd. Maar (be)rust niet.

Gegroet! En mage de Ware met u zijn