Nog
en dan weer vakantie

Mijn GastenBoek

dinsdag, september 04, 2007

Weekend

Langzaam dringt het geluid tot mij door. 'Aiiiiiiiiiii', 'aaaaaiiiiiii'. Steeds iets duidelijker. 'Aaiiiiiiii', 'aiiiiiii'. Het is zaterdag. Negen uur 's ochtends. Voorzichtig open ik mijn ogen. Het licht doet pijn. Ik probeer na te denken. Wat is dat geluid? Ik luister nog eens goed. 'aaiiiiiiii', 'aaiiiiiii'. Ik richt me langzaam op en opeens dringt het tot me door.....de hond van twee huizen verder. Hij zit als een bezetene in de tuin te janken. 'Kuthond', mompel ik.
Terwijl de hond onvermoeibaar doorjankt probeer ik verder te slapen. Tevergeefs. Ik kan het geluid niet meer loslaten.
Nadat ik nog een paar minuten tandenknarsend heb liggen luisteren, wordt het me teveel. In één ruk stap ik uit bed, doe een paar woeste stappen naar het raam, zwiep het raam met een venijnige ruk open en brul 'AFFF'. Het geluid galmt tussen de huizen. Er volgt een overweldigende stilte.

Voldaan en verbaasd van mijn daadkracht stap ik terug in bed en probeer mijn heerlijke, warme en comfortabele positie terug te vinden. Dat eindigt in een drama. Ik draai en draai. De deken knelt als een wokkel om mijn lijf. Ik probeer het nogmaals. Maar hoe ik ook ga liggen, het lukt niet meer.
Dan maar een kopje thee en een broodje, besluit ik ten einde raad.

Een kopje thee en een broodje later merk ik opeens dat de hond is gestopt. Eindelijk.... Ik schuifel terug naar de slaapkamer en vlij mezelf terug in het nog nét niet koude bed. Ik vergeet de hele hond-affaire en doezel heerlijk weg.

'Iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii', 'iiiiiiiiiiiiiiiiiiii'. In ben in één keer klaarwakker. 'Godverd..', vloek ik ditmaals luid. 'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'. Dit keer kan ik het geluid sneller thuisbrengen: cirkelzaag! de overbuurman! 'iiiiiiiiiiiiiii', 'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'.
Wat bezield die lul? Getergd richt in me op. Tot tweemaal toe overweeg ik naar het raam te lopen en -nu nóg harder- 'AF' te brullen. Maar in het gunstigste geval zal hij stoppen met cirkelzagen. Om vervolgens zijn Kärcher tevoorschijn te halen. En voor de 25e keer deze week zijn auto schoon te spuiten. Of zijn caravan. Of zijn boot. Of zijn tuinpad. Of zijn gevel.
Hij heeft namelijk een loeder van een wijf. En om buiten haar oorvijg-bereik te blijven vlucht 'ie zo vaak mogelijk naar de garage. Daar kan hij zich in alle rust de koning van het universum wanen. Ik verdenk hem ervan dat 'ie een biels heeft liggen die hij in minuscule stukjes zaagt. Maar om te voorkomen dat dat loeder dat in de gaten krijgt, wisselt 'ie het cirkelzagen af met het schoonspuiten van zijn gehele inventaris. Met zo'n enorme, ratelende, loeiende Gammaspuit. Uren- en urenlang. 'Krrkrkrkr', 'krkrkrkrkrkrkrkrkr'. .'krkrkrkrkrkrkr'. 'krkrkrkrkrrkrkkrrkr.

Ik besluit het op te geven. De zaterdagochtend is gewoon gedoemd. Als het die hond niet is, is het de cirkelzaag of die Gammaspuit. Als dat het niet is, zijn het kinderen die schreeuwen, zingen, janken, emmeren, schelden en ruzien. En als zij het niet zijn, is het de stereo-installatie die keihard Rieu brult. Dan zitten de buren, in de tuin (?!), fijn muziek te luisteren.

En als het, door een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden, dát allemaal niet is, belt mijn moeder. 'Ben je al wakker?'. Om negen uur 's ochtends dus. Slapen tot ná 9 uur is voor haar namelijk een onbegrijpelijk, luguber fenomeen.

Ik denk dat ik een dezer dagen een moppie beton ga aanschaffen. En die ga ik op mijn gemak voorzien van een stuk of 100 gaatjes. Met mijn ouwe klopboor. In de tuin. Om een uur of twaalf 's nachts. Eens kijken of ik die eikels kan horen tandenknarsen.

Gegroet,

En moge de Ware met u zijn.